Deel 8

De jaren tachtig gaan beginnen en er is een heel goed begin. Na een heleboel keer gezakt te zijn voor de adjunct-commies opleiding en steeds maar weer een nieuwe kans te krijgen , is het me in oktober 1980 gelukt om een goed examen af te leggen. Dat bleek uit een brief van onze toenmalige staatssecretaris Mr. J N van Lunteren. Ik weet niet meer of hij zijn tijd heeft uitgezeten.

In ieder geval deelde hij mij mede, dat ik met goed gevolg het schriftelijke gedeelte van het eerste deel van het adjunct-commiezenexamen had afgelegd en ik niet meer voor het mondeling hoefde op te komen.

Groot feest natuurlijk, maar het tweede gedeelte heb ik daarna jammer genoeg niet kunnen volbrengen. Ik viel al in slaap als ik het boek opensloeg, wat een droge stof en weinig plaatjes.

Een nieuw gebouw, een nieuwe chef en een lange zaal, waar we zaten met onze afdeling.

Dhr. Moens onze chef, was een beetje een computerfreak en zat zowat de hele dag met cijfers te spelen, die vanaf toen een belangrijke factor gaan spelen. Alles moet geregistreerd staan.

Joop Gijzen gaat een belangrijke rol spelen in mijn kantoorleven. Er komt een nieuw hoofd van dienst, die vanuit zijn vorige kantoor het idee meeneemt om voor kerst een spelmiddag en gezellig samenzijn te organiseren.

Joop wil er een naam aan geven en bedenkt het volgende. Het gebouw is gebouwd op het oude tweede voetbalveld van vv Purmerend. Aangezien ik er toen voetbalde met een kroegenteam, gaf hij de dag mijn naam en werd “ Harry Day “ ingevoerd.

’ s-Ochtends werd er om een uur of tien begonnen met Bingo. Rieneke draaide de ballen rond en A3 was meestal de nummeroproeper en zat de melige stemming er al vroeg in.

Daarna was het tijd om te eten en dat varieerde van chinees tot visschotels. ’s-Middags kwamen er spelletjes op tafel, van Oudhollandse tot modernere en er werd een tafeltennistafel geplaatst voor de actievere ambtenaren.

Er werden wedstrijden gespeeld op leven en dood, het zweet stroomde rijkelijk. Legendarisch zijn de partijen tussen mijzelf en A3 en Rieneke tegen A3. Verliezen stond niet in ons boekje.

Er kwam dan ook een hapje en drankje aan te pas en werd de stemming er steeds beter op. Ikzelf mocht bij het begin van de dag altijd de kantine openen. Ik moest door kranten heen springen, linten doorknippen etc.

Bij het eerste lustrum werd ik van huis gehaald met de auto en hebben de gelukkigen onder jullie mij voor de eerste en laatste keer in een pak gezien. Geleend van mijn broer. Er was een speciale Harry Day vlag gemaakt door de toenmalige vice-voorzitter Frits Jager. Ook een voormalige studiegenoot van me.

Het was ieder jaar weer een groots festijn, maar later, dat we niet meer in Purmerend zaten is het nog een paar jaar georganiseerd en de laatste jaren jammer genoeg verdwenen.

Personeelsvereniging R.A.P. ( RijksAmbtenaren Purmerend ) was ook zeer actief in onze eenheid.

Hier een greep uit de artikelen of mopjes , die in het personeelsblad verschenen :

Bijen houden van Piet Leek ( wie kent hem niet ? Nou ja, nee, kijk , was een gevleugelde uitspraak van hem ).

Dammen met Bernard van Dongen ( Ontvanger ).

Weet je wie het jodelen heeft uitgevonden : Hap Tan, hij was een paar jaar geleden in de bergen van Oostenrijk met vakantie, liet zijn radio van de berg vallen en riep “ Ooo die ladioo “.

Jeep Hamstra maakte meestal stukjes over de sportievelingen onder ons ( Finva-proeven ).

Ook de dagjes uit waren meestal wel voor iedereen geschikt en daar maakte ik meestal wel verslagen over, die in het blad kwamen. Ik mag wel zeggen, zonder naast mijn schoenen te lopen, dat die stukjes graag gelezen werden. Al moet ik zeggen dat ik ze meestal schreef met een pilsje erbij en dat er daardoor af en toe wel wat slap geouwehoer tussen zat.

Helaas is het blad ergens achter in de jaren tachtig niet meer verschenen, maar heb ik er thuis gelukkig nog een stuk of tien liggen. Je kunt wel zeggen collectors-items. De vlag van “ Harry Day“ heb ik ook nog in mijn bezit en is te bezichtigen op donderdag’s en vrijdag’s in mijn kamer 2.36.

in 1985 wordt de commissie-Oort geïnstalleerd in een poging de belastingen te herzien. Op basis van de voorstellen wordt in 1990 het aantal tariefschijven verminderd van negen naar 3 en het toptarief wordt verlaagd van 72 naar 60 procent.

Vanaf dat jaar ( 1985 ) komt alles in een stroomversnelling . Nieuwe systemen worden ingevoerd en we zullen allemaal voor onze eigen ( van de baas dan ) computer eindigen.

Ook bestuurlijk verandert de Belastingdienst.

Vanuit het bedrijfsleven wordt het “ managementsconcept “ ingevoerd in de publieke sector. In 1986 werd in het Memorandum inzake herstructurering van de Belastingdienst geconcludeerd, dat de middel-en procesgerichte organisatiestructuur niet meer optimaal functioneerde. De “structuurmuren” gingen steeds meer knellen en de organisatie was verkokerd, luidde de analyse.

Maatschappelijke ontwikkelingen zoals individualisering en een grote toename van het aantal belastingplichtigen noopten ook tot verandering. Na een experiment met een nieuwe organisatiestructuur viel in 1988 het besluit de Belastingdienst vanaf 1990 in te delen naar doelgroepen i.p.v. naar belastingmiddel, ofwel eenheden als particulieren, ondernemingen, grote ondernemingen en douane.

Onwetend van dit alles gingen wij op de werkvloer gewoon door met ons werk.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *