Deel 4

Allereerst wil ik wat rechtzetten. Naar aanleiding van mijn diensttijd had ik gewed, dat er collega’s naar me toe zouden komen om over hun diensttijd te praten. Tot op heden is er géén één geweest, of ze lezen mijn stukjes niet of er is niemand meer, die in dienst geweest is, maar dat lijkt me sterk. Het kan ook, dat ze het te druk hebben met hun werk.

Op les zit ik weer in een nieuwe groep en zo langzamerhand begin ik heel wat mensen te kennen uit Purmerend en Zaandam. Zo leerde ik Jan Beumer ( die helaas te vroeg overleden is ) kennen, die samen met mij Dhr.Visser tot waanzin bracht.

Als Jan binnen kwam, meestal te laat ( hij moest altijd eerst zijn haar in een vlecht laten draaien door een vrouwelijke collega ) en ging zitten, verschenen voordat de boeken tevoorschijn kwamen eerst een pak melk en een pak brood op tafel. Daar begon hij dan aan en Dhr. Visser keek dan niet zo vrolijk.

Vervolgens was ik dan aan de beurt , “ heb je deze keer wel de boeken ingekeken, Tiepel “?Ik knikte dan, maar aan de hand van mijn antwoorden, wist hij wel weer hoe laat het was.

Vooral de lessen over invordering, accijnzen kwamen niet goed over, maar daar hadden de meesten last van, want die kwamen van de Inspectie. Maar degenen, die van het Ontvangkantoor kwamen hadden moeite met de Inkomstenbelasting/Premieheffing.

Tussen de middag gingen we niet naar de kantine, maar Zaandam in en meestal kwamen we in een café terecht en moesten ons weer haasten om op tijd voor de middagsessie aanwezig te zijn.

Dat jaar kwam ik weer niet verder en haalde ik het eerste deel niet, maar merkwaardig genoeg mocht ik wel deelnemen aan het tweede gedeelte. Ik moest na afloop van dat jaar dan wel examen doen in de studiestof van het eerste en tweede gedeelte van de opleiding.

Ondertussen werd ik in1974 wel benoemd tot adm. ambtenaar C 3e klasse in vaste dienst, dus had de baas nog steeds vertrouwen in mij.

In het werk ging ik weer naar een andere afdeling. Op de begane grond werd ik ingedeeld bij de afdeling bezwaar. Daar zat ook het Centrale Kaartregister, waar alle naam en adresgegevens van de bel.pl. bijgehouden werden en ook of iemand een aangiftebiljet moest hebben.

Mijn werk bestond uit het schrijven van de bezwaar omslagvellen, wit voor de Inkomstenbelasting, groen voor de Premieheffing en geel voor de Vermogensbelasting. Ook het bijhouden van de voortgang van de bezwaren op kaartjes behoorde daarbij.

Verder mocht ik de beroepschriften van de Inspecteur en Adjunct-inspecteurs in orde maken en opsturen naar de rechtbank. Al de aantekeningen van regelaar en inspecteur moesten weggewerkt worden. Je was soms een hele dag bezig met plakken en gummen en als ik het goed heb, moest het in drievoud ingestuurd worden.

De belastingdienst in Purmerend zat verspreid over vier locaties. De Inspectie zat vlak bij de Koemarkt, de ontvanger zat in een houten barak bij het treinstation en de afdeling controle zat aan de andere kant van de Koemarkt. De Koemarkt had trouwens één keer per jaar belangstelling van collega’s uit Zaandam. Dat was de jaarlijkse zgn. Pinkster Drie-viering. Voor vele Zaankanters was dat een extra vrije dag. Eeuwenlang trokken Zaankanters op Pinkster Drie naar Purmerend om op de veemarkt een‘ bokkie ‘ te kopen. Meestal bleef het beperkt tot een konijntje.

De feestdag had zijn oorsprong in 1573 tijdens de Tachtigjarige Oorlog ( dit komt wel uit een hele oude doos ). Amsterdam was toen heel fout en werkte samen met de Spanjaarden. Alva wilde heel Noord-Holland veroveren en met ruim drieduizend Spanjaarden trok hij moordend en plunderend door de Zaanstreek richting Purmerend.

Op de dinsdag na Pinksteren trokken de Spaanse troepen richting Wormer. Een boerenschuit werd over de dijk getrokken en daar achter vandaan werden de soldaten bestookt door de plaatselijke vrijbuiters en een groep Watergeuzen. Zo werd de opmars van de Spaanse bezetters tot staan gebracht en bleef Purmerend gespaard. Daarom wordt deze dag “ Pinkster Drie “ nog steeds in de Zaanstreek gevierd. Wordt dit nog een leerzaam stukje ook.

Voor veel Zaankanters bleef het niet alleen bij een “bokkie “ kopen, de cafe’s werden tot laat in de middag bezocht en velen gingen op hun oren weer terug naar het station, waarbij ze langs ons kantoor kwamen. Er werd dan speciaal naar collega’s uitgekeken.

Af en toe, als het mooi weer was, vleide een Zaans stelletje zich neer in het hoge gras aan de overkant van de gracht. Dan werd binnen bij ons het lied “ als het gras twee kontjes hoog is “g ezongen.

Tegenwoordig speelt zich dat niet meer af in Purmerend. Veel Zaankanters hebben, geloof ik, ook niet allemaal meer vrij op die dag.

 

Wordt vervolgd.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *