Deel 7

Ik weet niet of het nog kan, als u dit leest, maar in ieder geval de beste wensen voor 2014.

Zoals u al las, waren we overgestapt naar een nieuw gebouw in Purmerend. Veel groter en er zat zelfs een gedeelte voor een arbeidsbureau aan vast, dus we waren niet alleen in een nieuw gebouw.

Beneden was de receptie met een heuse baliemedewerkster en als die even weg was en de schoonmakermedewerker ( Dhr. Hoek , wie kende hem niet ) was er, dan hielp die de bel.plichtige wel even.

In de benedenzalen zaten de administraties IB en LB , het Centraal Kaartenregister ,de zgn. Rekenkamer en de typekamer, op de eerste verdieping zaten de aanslagregelaars en op de tweede verdieping de vergaderzaal en de kantine.

Nu we meer ruimte hadden kon er ook weer nieuw personeel aangenomen worden en kon het assortiment types uitgebreid worden. Ook kon er meer personeel van andere inspecties overgeplaatst worden.

Ikzelf zat nog steeds bij de afdeling bezwaar, maar kon ook voor andere dingen ingezet worden.

Het is nu een kwakkelwinter, maar de winter van 1978/1979 was van een heel ander kaliber. Een groot gedeelte van die winter kon ik overslaan , omdat ik met mijn toenmalige vriendin, zes weken naar den vreemde ging. In december en januari.

Zij had familie wonen in Australië en daarvanuit gingen we het land door. Dwars door de woestijn van Melbourne naar Perth in een Greyhoundbus. Temperaturen van + 50. Heel wat warmer dan in ons kouwe kikkerlandje , temperaturen van -20 en in Groningen en Friesland enorme sneeuwstormen .

Op de terugreis tussenstops van een paar dagen in Djakarta, Kuala Lumpur en Singapore. In Djakarta waren er net moessonregens gevallen en liep je tot je knieën door het regenwater. Het enige nadeel van Singapore was, dat ik noodgedwongen mijn haar en baard moest kortwieken, anders kwam je niet door de douane. Lang haar en een baard stond gelijk aan drugssmokkel en dus kortwieken in Australië.

Na zes weken weer terug van warm naar koud, van surfplank naar schaats en dikke truien.

Eind november overvielen zware onweersbuien het zuiden van het land. De buien werden gevolgd door een plotseling invallende nachtvorst, die tot 8 december duurde.

De dooi viel in met ijzelbuien , een groot deel van Nederland veranderde in een ijsvlakte.

Half december was er matige vorst van noord tot zuid. Vlak voor de jaarwisseling was er een nieuw koufront met sneeuw, vorst die streng was, in de nacht van 1 naar 2 januari meer als 10 graden vorst. 5 januari sloeg de kou opnieuw toe en werden er op meerdere plaatsen waarden van -20 genoteerd.

Was er geen Elfstedentocht ? De Elfstedenkoorts was wel aanwezig en men wilde hem wel organiseren, maar door de vele sneeuw was het eigenlijk ondoenlijk om een parcours uit te zetten.

De Gouwzee tussen Marken, Volendam en Monnickendam was ook geheel bevroren en omdat er toen nog ijsvrij ( jawel, u leest het goed , IJSVRIJ ) gegeven werd door de dienst, werd er door een paar fanatiekelingen een tocht voor het personeel geregeld. Helaas kregen zwangere vrouwen geen ijsvrij, ondanks dat ze voor de zekerheid een kussen wilden voorbinden ( bron : Ineke Zeeman ).

Ikzelf ben geen schaatser, maar ja , een halve dag vrij is nooit weg. Een paar schaatsen geleend en hup, het ijs op. Ik had beter op de boot kunnen wachten om van Volendam naar Marken te komen, want ik lag meer op mijn knieën ( nee , niet om te bidden ), omdat mijn schaats dan weer klem zat in een scheur in het ijs.

Ondertussen bleef het maar sneeuwen en vriezen. Februari verliep niet anders dan januari.

Op een gegeven moment begon de dooi in het zuiden van het land, het was 10 graden boven 0, maar het noorden bleef koud. Het KNMI verwachtte, dat de dooi tot in het noorden zou doordringen, maar er lag een hogedrukgebied boven Scandinavië. Er werd dan ook een toenemende kou verwacht met een stormachtige oostelijke wind.

Het kantoor moest ook bereikbaar blijven, dus werd het nieuwe personeel ( het mannelijk gedeelte ) ingezet om niet lekker binnen te zitten, maar de sneeuwruimers ter hand te nemen. In het noorden van Groningen en Friesland volgden verschrikkelijke sneeuwstormen elkaar op, niemand kon de weg meer op. Eind februari kondigde zich toch het voorjaar aan en werd de vorst teruggedrongen.

De jaren tachtig breken aan en de werkzaamheden beginnen langzaam aan te veranderen. Er komen nieuwe systemen in beeld en er wordt meer en meer gewerkt met computers. Ook de dienst zal er aan moeten geloven. De typistes gingen elektrisch en de administratie van bezwaar werd ook via schijven geregeld.

Het was een heel gedoe om ’s-middags af te sluiten. De schijven moesten wel drie keer gewisseld en weer in andere gleuven geduwd worden en daarna werden ze in een kluis bewaard, die met een sleutel van wel 15cm. lengte, op slot werd gedaan. Een goede inbreker, die bij de schijven kon komen.

De dienst komt in beweging en de trein dendert nog steeds voort.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *