Deel 5

Ik had het over de Zaankanters die op hun oren naar huis terug keerden na “ Pinkster drie”,  maar wij Purmerenders konden er ook wel wat van. Vrijdags na kantoortijd gingen we ook nog wel eens een pilsie drinken op de Koemarkt met een paar man.

Soms was het zelfs door de week uit de hand gelopen. We zaten met een man of drie van kantoor in de sportschool, maar één van de andere deelnemers was een kroegbaas, dus u kunt wel raden wat er na het sporten gebeurde. Wat we er aan calorieën aftrainden, kwam er een half uurtje later weer bij. Het was een keer zo uit de hand gelopen, dat we zo door konden naar kantoor.

We waren echter toch een uurtje te laat en moesten ons verantwoorden bij de chef de bureau. Daar stonden we dan nog half dronken om een preek van hem aan te horen. Het was een keer zelfs zo erg, dat ik boven in het gebouw in het archief mijn roes lag uit te slapen, toen de chef de bureau iets uit het archief wilde halen. Gelukki g had Piet Zeeman, de archiefbeheerder, de deur op slot gedaan, zodat hij de chef kon overhalen om het voor hem te gaan halen. Anders had ik, denk ik, dit verhaal nu niet voor jullie kunnen opschrijven op Regioweb.

Maar de meeste tijd waren we toch gewoon aan het werk.

Over sport gesproken, we hebben jaarlijks een sportdag en dat was al in de jaren 70. We hadden bij de HBS ( de Hogereburgerschool , die nu niet meer bestaat met al die Onderwijshervormingen ) in Purmerend een uurtje per week gelegenheid om te trainen voor het zgn. Finva diploma. Deze was al vanaf 1955 ingesteld door het Ministerie van Financiën. “ Mens Sana In Corpore Sano “, was het motto oftewel , “ Een gezonde geest in een gezond lichaam “.

De onderdelen zijn ( ja , het is nog steeds een jaarlijks terugkomend festijn ), 100 meter hardlopen, verspringen, hoogspringen, kogelwerpen, een duurproef van 1500 meter ( later de Coopertest ) en 20 km. wandelen. Ik weet niet of er nu nog veel deelnemers zijn. Nog acht diploma’s heb ik kunnen achterhalen.

Mijn beste prestaties zijn , 13.4 sec. op de 100 meter in 1983 ; 4.75 meter verspringen in 1981 ; 1.40 meter hoog in 1979 ; kogelwerpen 8.17 meter ver, of dichtbij, zoals u wilt, in 1981 ; de duurproef in 5 min. 29 sec. in 1984 en de wandeling van 20 km.in het Amsterdamse Bos, liep ik ook altijd wel uit. Op een gegeven moment was het echter over en waarom weet ik eigenlijk niet meer, maar we zouden nog mee kunnen doen.

Het was toch wel fanatiek die training en er werd ook heel hard gelachen. Bij het kogelwerpen heb je een bepaalde techniek en een van de deelnemers , iedereen die er bij was weet zijn naam nog wel, tilde zijn been zo hoog op bij de beginstand, dat zijn klokkenspel buiten zijn broekspijp hing. De dames in de groep kwamen niet meer bij van het lachen en hij weet denk ik nu nog niet waarom ze lachten.

We hebben ook ieder jaar de sportdag in Heiloo, maar vroeger hadden we een landelijke sportdag helemaal in Den Bosch. Met de bus gingen we dan zelfs met twee voetbalteams , een heren- en damesvolleybalploeg en wat losse atleten daarheen. De voetbalfinale werd dan in de “ Vliert “ , het stadion van FC Den Bosch afgewerkt. We eindigden altijd wel hoog met onze teams.

Alleen onze inspecteur was niet zo van het sporten, want ja, je kon wel eens geblesseerd raken en hoe zat het dan met het werk ?   Zelf had hij nog nooit gesport, geloof ik, hij had het te druk in de Rotaryclub van Purmerend.

Zelf ben ik ook geblesseerd geraakt in Den Bosch, alleen kwam dat niet van het sporten. Om van het ene veld naar het andere veld te komen, kon je natuurlijk de paden volgen, maar door de bosjes kon je de route verkorten. Het was alleen jammer dat er een draad gespannen was en klapte ik voorover en ving mezelf op met mijn hand. Negen weken lang met een gebroken middenhandsbeentje en gips tot m’n elleboog en na een week natuurlijk weer naar het werk. Iets op volgorde leggen kon ook met één hand.

Later , toen het zaalvoetbal in opkomst raakte, begonnen wij ook met een team. We hadden een leuk team en daar hoorde natuurlijk een leuke naam bij. Het leek me een mooie naam, omdat vele mensen ons ook zo zagen. We noemden ons zelf “ De Uitzuigers “ en deden mee na kantoortijd in de zgn. bedrijvencompetitie van de Gemeente Purmerend.

Ik werkte nog steeds in het bezwaarteam en volgde de lessen. Het gebouw begon langzamerhand vol te raken, de planken in het archief bogen door de hoeveelheid papieren door , er kwam steeds meer personeel bij , maar er kwamen geruchten uit de wandelgangen over een nieuw gebouw.

 

Wordt vervolgd.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *